“Dat ziet er niet al te best uit meneer!”
De woorden waren gericht tegen een man die niet onzacht met zijn rijwiel in aanraking met een forse beuk was gekomen.
“Zeker niet, ik had mijn blik te zeer gericht op de zeer aansprekende rondingen van de zojuist passerende dame, waardoor ik geen notie nam van de boom die overigens door een wellicht verstoorde ambtenaar der gemeente niet erg doordacht was geplaatst.”
“Ja, vakmanschap is meesterschap en dat meesterschap missen we helaas bij het corps der overheidsdienaren die de overheid meer dienen dan de burger.”
“Ik zie geen redenen om u in dezen tegen te spreken.”
“Maar ja, ik vermoed toch wel dat u gezien de aangerichte schade even Apeldoor moet bellen.”
“Als ik me niet vergis is het is toch Amersfoort dat gebeld moet worden?”
“Foutje Bedankt! Het is waar wat u zegt, topografie is niet mijn sterkste punt”.
“Het mijne ook niet, zelfs aardrijkskunde is een probleem voor mij! Gelukkig heb ik meer verstand van verzekeren!"
"Derhalve ik zal mij aanstonds naar huis bewegen en mijn schade delen met mijn eega. Ze zal wel boos zijn ze zal wel zeggen ‘ik had nog zo gezegd, geen botsinkje!’ en misschien moet ik wel hij Japie gaan eten. En bij Japie een boterham met pindakaas, och dat vind ik gewoon lekker. Maar ja, leuker kunnen we het nu ook niet maken”.
“Nee, waarschijnlijk ook niet makkelijker, want ge zult vele paarse krokodillen tegen kunnen komen bij het vermelden van de schade”.
“Inderdaad, maar daarna ga ik eerst even een bavaria halen, daar heb ik dan wel zininin!”
“Wel meneer, succes ermee zal ik maar zeggen”.
En beide mannen vervolgende hun weg op weg naar huis of zo.