De P4score geeft mensen inzicht in hun potentieel op de arbeidsmarkt.
In dit model zijn 4 toonaangevende wetenschappelijke theorieën gecombineerd.
De vier basiselementen van het model zijn

Prestatievermogen

Prestatievermogen wordt bepaald door de mate van ontwikkeling van competenties. In het PPS worden 32 competenties, onderverdeeld in zes groepen, gemeten op een 100% schaal. De set van competenties is op meerdere algemeen aanvaarde competentie woordenboeken.

Potentieel

Potentieel is een inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden. In welke talentgroepen, intelligentiecategorieën is de medewerker sterker of zwakker. Deze test is gebaseerd op de theorie van Gardner. Zes talentgroepen worden gemeten in een 100% schaal.

Persoonlijkheid

Persoonlijkheid is een belangrijk element voor de inzetbaarheid van mensen. De basis van de test is de Big5, de enige wetenschappelijk gevalideerde persoonlijkheidstheorie. In totaal worden 30 persoonlijkheidskenmerken, verdeeld over 5 hoofdgroepen, gemeten in een 100% schaal.

Passie.

Wat drijft de werknemer? Waar liggen de interesses? Wat verlangt de medewerker? Deze test is gebaseerd op de theorie van Schein. De negen elementen worden gemeten op een schaal van 100%.

De P4score biedt ook arbeidsorganisaties een instrument om hun medewerkers beter te leren kennen en begrijpen. Dit maakt het mogelijk om beter in te spelen op de persoonlijke behoeften en ambities van medewerkers en is daarmee de basis voor een modern HRM-beleid, waarin de kracht van de medewerkers centraal staat.