“Hé man, wè loopte moeilijk!”
De woorden waren gericht op een man die gezien zijn gelaat, houding en snelheid van voortbewegen, zoals gezegd wordt, ‘op leeftijd’ leek te zijn.
“Ja, de benen zijn enigszins stram en dat noopt mij tot een lagere snelheid van voortbewegen en dat doet zo nu en dan de wens tot een korte rustpauze oproepen. En dat geeft soms aanleiding tot onaangename situaties.”
De aanhoorder stond op het punt te informeren naar deze situaties, een beetje sensatielust is de meeste mensen immers niet vreemd, maar zijn aandrang was niet nodig, want de sluizen van de vertellust braken open.
“Nou meneer, ik liep, nou zeg maar, bewoog me langzaam voort in de winkelstraat toen mijn benen mij maanden tot een korte rustpauze, waar ik maar al te graag gehoor aan gaf. En nu stond ik juist voor die zaak waar ze damesmode verkopen, nou ja, meer het ondergoed en meneer, dat is nu anders dan de flanel van Jansen & Tilanus!
Sta ik daar even stil komt er een mevrouw naar buiten die blijkbaar daar emplooi had. Ze kwam naar me toe en knipoogde naar me.
‘Is er iets bij voor u?’ informeerde ze. Nou ik stond nog harder aan de grond genageld als eerder en voelde een hand van ijs mijn hart omknellen. Gaat dat wicht verder ‘Er zijn echt wel meer oudere mannen die hier spullen kopen hoor, we zijn daar heel discreet in hoor. Maar we hebben zeker ook leuke spulletjes in uw maat. Iedereen heeft zo zijn voorkeuren meneer, wij snappen dat’ zei ze met een lieve stem en een glimlach zoals in tandpasta reclames, we hebben hier mee mannen als klant.
Dacht ze denk ik dat ik zo’n, hoe heet dat, iets met paters toch, trappistiet ben.
Zo snel als mijn benen mij konden dragen vloog ik weg, nou ja, een schildpad op topsnelheid haalt me in vandaag de dag.
En toen besloot ik toch maar eens een geneesheer te gaan bezoeken. Die verwees me door naar het ziekenhuis, de vaatarts of zo. Kom ik daar aan, zag ik een meiske achter een balie zitten met een blik als dat ze daar helemaal niet wilde werken maar blijkbaar zag ze mij ook want ze zei ‘Goeiemiddag’.
Ben ik meteen bang dat ook deze deerne me in verlegenheid gaat brengen. Dus zeg ik dat ik voor de vaatdokter komt. Zegt ze ‘komt goed meneer, er zijn hier meer oude mannen die hier komen” en krijg ik meteen weer een terugblik naar die winkel met u weet wel…”
Hij zuchtte even, haalde adem en een sigaret tevoorschijn die hij meteen opstak.
“En die dokter zei dat ik niet moet verwachten dat ik nog trappen op een af kan gaan rennen. En moet stoppen met roken, dat zeggen ze allemaal toch, maar toch.
En toen zegt die man dat ik etalagebenen heb! Nou meneer, ik wankelde op mijn grondvesten”
Hij keerde zich om en zijn lippen waren verwrongen tot een bittere lach!
“Geen winkelstraat meer voor mij meneer, nee, geen etalages meer!”
Hij nam een stevige trek aan zijn sigaret en strompelde verder.
“Geen etalages meer….”