Het was nog niet erg druk in de tot grandcafe omgedoopte gezelschapsruimte van “de Avondstond”. Maar de vaste bezoekers hadden de stamtafel al weer gevonden. Een najaarszonnetje wierp wanhopig wat stralen door het raam, terwijl een naderend wolkendek, zwanger van regen en ander onheil vastbesloten een voorproefje van de komende herfst aan het voorbereiden was.
“Geen beste dag vandaag Jonnie?”
“Nee, het knetterde weer gisteren, met ‘De Slimste Mens’ toen Trees zei dat ze ook zo’n Satisfyer wilde.”
“Een wat?”
“Satifyer, dat is een of anders speeltje dat vrouwen op hun aan-knopje kunnen zetten waarmee ze klaar komen blijkbaar. Dat zuigt vertelde ze.”
“Wel makkelijk, moet ik ook eens aan denken, dan komt die van mij eindelijk eens een keer klaar met zeuren. Of is er ook een uitknopje ergens?”
“Als er iemand hier dat zou weten ben jij het wel Kees! Jij bent al aan je zesde vrouw bezig!”
“Zevende eigenlijk, in verzamel natuurrampen. Maar waarom knetterde het dan?”
“Nou, ik zei dat ook al een afzuigkap had en dat dat wel genoeg was. En ja, dat was blijkbaar genoeg. Ze knettert nu nog steeds denk ik”.
Uit de luidsprekers liet ook Mick Jagger horen dat hij geen satisfaction kon krijgen.
“Je het was wat met die slimste toch, wist je dat alle witte zwanen in England van die Sjarrel zijn?”
“Onze Sjarrel?”
“Nee man, die koning van daar. Charles of zo.”
“De zwarte zwanen dus niet? Dat is discriminatie!”
“Daarom is de André daar nu gestopt met zijn titels, de zwarte zwaan van de familie”
“Andrew heet die man” wist de altijd belerende Adrie in te brengen en het is “Zwart Schaap”, dat komt vanwege de zwarte schapen in iedere kudde en waarvan prinses Diana….”
“Heb je hem weer, alles weet hij beter… Kom, we pakken er nog een”
De bediening bracht nieuwe koffie die uit de zakflacon van Jonnie werd aangevuld met wat smaak en alcohol.
“Nou, haar dienblad is wel een stuk mooier dan dat vreemde ding dat de winnaar van “De Slimste” kreeg in ieder geval. Zo iets vind je niet eens bij de AC-Tion”.
De deur ging open en Karel kwam binnen.
“Hoe staat het leven ervoor?” informeerde Arie, meestal breed bespraakt bij Karel.
“Wat klets je nou weer?” reageerde Karel lichtelijk geïrriteerd.
“Nou, ik wist niet dat je kwaad werd? Maar hoe gaat het vandaag?”
“Zeg dat dan gewoon… Nou niet best eigenlijk.”
“Vertel…”
De anderen keken met morbide belangstelling naar Karel. Hopend op een horror verhaal.
“Nou ‘ze’ vond dat de gang wat smerig was omdat onze hond incompetent is, en druppelt…”
“Incontinent…” heet dat wist Arie heel wijs en belerend op te merken.
“Zal wel, maar hoe dan ook, hij druppelt.”
“Ik ook…” bracht Kiske, die graag alle ziektes van anderen zich toe-eigent
“En toen moest ik de gang gaan dweilen van haar. Sta je voor gek toch. Maar ja…”
“Ik mag niet poetsen van de dokter” viel Theofiel in.
“Welke dokter heb jij dan, die wil ik ook wel hebben.”
“De zelfde als wij allemaal denk ik, maar dat smoesje heb ik van mijn vader geleerd, die het weer van opa had..”.
Gelach vulde de zaal, de sfeer zat er weer in.
Uit de speakers probeerden Simon & Garfunkel wat rust te brengen met “The sound of Silence” het lukte niet.